44H Dagverhaal Vervolg |
blz 178 |
Zelfs het Wilhelminaziekenhuis werd niet gespaard. Dat het gebouw niet in
vlammen opging is enkel te danken aan de kordate wijze waarop de brand
aanstonds geblust werd.
Toch heeft niet alle Hitlerjugend zich strikt aan de barbaarse bevelen
gehouden; bij verscheiden van hen was de betere natuur sterker dan de duivelse
Nazi-leer. Sommigen waarschuwden de inwoners en , schoon hen slechts een paar
minuten tijd gegund werd om een enkel ding mee te nemen en het huis te
verlaten, het vege lijf hebben zij tenminste kunnen redden.
- 80 -
Echter weinig meer dan dat. Een jong moedertje vertelde hoe zij uit voorzorg
de kinderwagen volgepakt met alle benodigdheden voor het kleintje, flesjes
melk, luiers enz., in de gang klaar had staan doch deze niet mee mocht nemen.
Zij vluchtte met het kleintje op de arm, de weilanden van de Ooy in, hopende
daar meer barmhartigheid te zullen ontmoeten.
Kreten van afschuw en verontwaardiging volgden op het relaas van de
Nijmegenaar. Ook uitingen van dankbaarheid over de bevrijding; al was de eigen
positie nog verre van benijdenswaardig. De Nijmegenaar vertelde verder dat de
bruggen over de Waal onbeschadigd zijn, de kade heeft echter veel geleden.
Juist maakte de bakkersvrouw aanstalten om ter kalmering van de gemoederen
zowel als ter lafenis een lekkere kop echte koffie in te schenken of de bakker
daalde de trap af met de mededeling dat de Moffenbatterij zijn bombardement op
het dorp gestaakt had; een ieder die daar gebruik van wilde maken moest nu
maar gaan.
De heerlijke koffie met een bloedend hart in de steek latend, draafde ik met
de mand vol kruidenierswaren en brood naar huis. In 't heengaan was mijn oog
getroffen geweest door het grote gat dat een granaat in het dak van de
metselaar geslagen had, thans zag ik de metselaar met zijn gezin met een hoog
opgeladen handkar op de vlucht trekken. Het levert een naargeestig schouwspel
op zo als steeds meer huizen tot bouwval of puin geschoten worden.
Vanmorgen was Ineke aan 't wassen gegaan, alle lijnen hingen vol met wapperend
goed. Voordat het droog was hebben wij vanmiddag alles binnen gehaald; niet
enkel omdat het begon te regenen maar vooral vanwege de rondvliegende
granaatscherven die ons goed meer schade zouden berokkenen dan de onschuldige
regendroppels. De afweerbatterijen bromden voortdurend en steeds snorden
vliegtuigen door de lucht.
Wij zaten in de kelder, hielden ons bezig met maiskorrels van de kolven
- 81 -
te pellen en dronken dank zij onze bevrijders heerlijke echte thee. Lies Muus
maakte zich ongerust over de afwezigheid van haar man daar zij niet ten
onrechte vreesde dat hij opnieuw een poging waagde om Wyler te bereiken.
Wij waren al aan ons middagmaal begonnen - bestaande uit bruine bonen met
zoete appels, spek en tomatensaus en pap toe - toen Jan Muus eindelijk op kwam
dagen; bedaard als altijd maar krijtwit. Jan had inderdaad wederom getracht
zijn ouders op te zoeken; ditmaal was het hem niet mogelijk geweest verder te
naderen dan tot de Derde Baan.
Aan Vader die hem later onder vier ogen onder handen nam over zijn
roekeloosheid bekende Jan dat een granaat in zijn onmiddellijke nabijheid
ontplofd was; als door een wonder had geen enkele van de rondspattende
scherven hem geraakt. Deze granaat werkte uit wat al Vaders vroegere
vermaningen niet bereikt hadden, Jan beloofde Vader plechtig van alle verdere
pogingen te zullen afzien. Lies heeft nimmer geweten hoe op 't nippertje haar
man de dans ontsprongen is.
Terwijl wij in de keuken bezig waren zagen wij een Amerikaan om onze
buitenpomp heendraaien en hem van alle kanten beschouwen. Deze pomp is gebouwd
volgens het klassieke model van deze streek; het is een soort monument van
baksteen, twee en een halve meter hoog en breed naar evenredigheid. De lange
zwengel en de tuit geven voldoende aan waarvoor dit bouwsel dient; toch vond
de Amerikaan het nodig te vragen of het ding werkelijk een pomp was en
informeerde verder of het water zonder nadeel voor de gezondheid gedronken kon
worden. Op onze verzekering dat wij het zelf ook gebruikten, proefde hij het
en verklaarde dat het verrukkelijk was
|