Het Oorlogsdagboek van Mej. P Dozy over de periode Circa 21 Maart terugkeer

 

Klik om de foto te vergroten... Klik om de foto te vergroten...

 

Terug naar bladzijde 280

Terug naar de inhoud

Naar bladzijde 282

45A - Terugkeer

blz 281

T E R U G K E E R Voorjaar 1945 1)

Na dien nacht van 7 op 8 Februari dat wij, bewoners van Ravenstein, uit onze woningen gelokt door een ongekend hevig geschutgedonder, op den dijk het geweldige bombardement hadden gade geslagen hetwelk gelijk een felle gloed hing boven de heuvelrijen in 't Oosten en waarmede de Duitsche linies murw gebeukt werden voor het groote Geallieerde voorjaarsoffensief, dat bevrijding en uiteindelijk de vrede moest brengen; na dien nacht was er een onrust gevaren in ons, vluchtelingen. Met groote spanning volgden wij de radioberichten vol bekende namen: nu was de Plasmolen veroverd, dan Wyler; de buurtschappen Horst, Heikant en Zeldersche Heide werden tot belangrijke plaatsen, hoewel menigeen ze vergeefs op atlas of kaart gezocht zal hebben. Stap voor stap, mijl na mijl vorderden de vechtende bondgenoten.
Nu en dan komen onze soldatenvrienden onverwacht met een kort verlof binnenvallen, juichend door allen begroet, en bij die hartelijke ontvangst klaren hun doodelijk vermoeide, strakke gezichten op. Den eersten avond vertellen zij aan een stuk door over hun belevenissen en allengs trekt de spanning weg. Soms verdwijnen zij weer na enkele uren maar als er een volgende dag is, wordt er met geen woord meer over de oorlog gerept, ook niet wanneer de vliegende bommen met sneltreingedonder over ons heen razen; wij spelen spelletjes, zingen, dansen en zijn vrolijk. Carpe diem.
Frank, die alle veldtochten in Afrika, Sicilië, Italië en Normandië en ook de Kerstaanval in de Ardennen heeft meegemaakt, zegt een keer: "Tussen U en mij, dit is het ergste wat wij doorgemaakt hebben." Zijn trouwhartige bruine oogen blikken de heldere Brabantsche keuken rond, de kring van vriendelijke gezichten om de tafel: "U kunt beter hier blijven, Miss Nelly, de menschen zijn hier goed en hartelijk en 't is een echt thuis" En dan komt er achter "Groesbeek is destruction, decay and death."
Het verstand geeft hem gelijk en stemt met zijn raad in en toch ..... Le coeur a ses raisons que la raison ne connait pas. En toch trekt
- 2 -
Groesbeek, al is er een groote kans dat wij huis noch haard terug zullen vinden.
Zeldzaam warm is dit vroege voorjaar, in Maart reeds bloeien de hier zoo veelvuldig voorkomende abrikozen. Vader van Tilborg is al begonnen om met zijn zoons den hof om te spitten en het eerste zaad te zaaien. Wij denken aan eigen moestuin die eveneens wacht op bewerking om ons dit jaar voedsel te kunnen verschaffen. En vrees bevangt ons dat eigen tuin niet ontkomen is aan het lot van zooveel stukken goede grond die door zware legerwagens, bevloering met bazaltslag en achteloos gemorste benzine voor jaren onbruikbaar werden gemaakt .....
Enkele personen worden naar Groesbeek teruggeroepen. De eerste zijn de spoormannen die voor de lijn moeten zorgen. Met sombere gezichten komen zij Zondag terug en laten nauwelijks iets los op de stortvloed van vragen die hen gesteld worden. Een van hen zegt met hartgrondige afkeer in zijn stem: "Bah, 't is een gribus", zonder zijn woorden nader te verklaren.
De directeur en de machinist van de boterfabriek krijgen vergunning om de staat waarin de machines verkeeren in oogenschouw te gaan nemen. Volgens geruchten, die waar bleken te zijn, is de boterfabriek in gebruik als benzine opslagplaats. Daar de machinist een goede bekende en daarbij een buurman is, verzoek ik hem ook poolshoogte van ons huis te nemen indien hij in zijn eigen woning mocht komen. Hij keert weer met de tijding dat het hoofdkwartier in


[1] Zie ook blz 286

 

Terug naar bladzijde 280

Terug naar de inhoud

Naar bladzijde 282