Ook de Groesbeekse woonkern 'De Horst ging evacueren...

 

Terug naar de dagboekfragmenten

Naar in leiding geschreven door Leo Zilissen 

Vervolg van 'De Horst ging evacuren'

 

Ook 'De Horst' ging evacueren...

(Onderstaande tekst komt uit het boek Groesbeek 1945 - 1950 Het dorp der verwoestingen herrijst. Voor meer info over dit boek kunt u op deze link klikken)

'De angstige dagen in de omgeving van het Zusterklooster'

Toen Groesbeek evacueerde en rond 7000 mensen wegtrokken uit het niemandsland van die dagen, toen bleef er een plek Groesbeekse grond bevolkt en werd er nog lang gezucht onder de vreselijke beschietingen op het Duitse Reichswald. De buurtschap de Horst  lag in die dagen op een tweesprong. De frontlijn sneed haar af van het bevrijde deel der dorpsgemeenschap en verhinderde aan de bewoners om de zo vurig verbeiden stap te zetten naar de verlossing uit 's vijands greep. De Horst - en hiermee bedoelen we inclusief de Plak, de Heikant, het Schildbroek, Boersteeg en Lage Horst - lag immers buiten het Duitse Rijksgebied, uit welke grenszone de bewoners rees grotendeels geëvacueerd waren en het vormde dus een burger-eiland temidden van een onstuimige zee van militair geweld En daar, waar de marspas en het hakenkruis nog immer het symbool van de 'Sieg' was, bleef het granaatvuur van de geallieerde legers neerkomen en de levens van onze Groesbeekse mensen bedreigen. Van deze misschien meest spannende dagen onze Groesbeekse geven we in de volgende regels weer een uittreksel uit het dagboek van een der honderden hier geïsoleerde burgers. Het Zusterklooster op de Horst is in deze dagen toevluchtsoord voor velen wier woning is afgebrand, tot puin gebombardeerd of die het veiliger vonden binnen deze muren te verblijven. In de benauwende uren zitten 450 mensen opeengepakt in de kelder. Alle dagen door is er zwaar artillerievuur op 't Reichswald. Geallieerde jachtvliegtuigen verschijnen geregeld boven de Horst. Ze draaien en zwenken, duiken en schieten dan hier en dan daar. 'Zouden de Amerikanen doorbreken om ons te halen?' denken we dikwijls hoopvol. Wij zitten met '600 man Nederlanders, platgedrukt tegen 't Reichswald en we kunnen niet voor nog acheruit! Ter voorziening in de voedselpositie is de bakker in z'n eenzame bakkerij in de weer voor het dagelijkse brood. Op rustige dagen wordt er gewassen en het goed buiten op lijn gehangen. 't Is een gore, grauwe was want er is geen zeep en 't water is moeilijk bereikbaar! Er komen veel ziektegevallen. Typhus? En er geen dokter! De zusters van het klooster en de meisjes, die zich vrijwillig voor dit gevaarlijke werk opgeven, verzorgen de zieken met voorbeeldige ijver. Met toestemming van de Duitsers is sinds7 oktober de witte vlag op 't klooster gezet. 'n Duidelijke wenk van vredelievende bewoners om hulp! De vlag wordt wel opgemerkt, maar tot doelwit geallieerde gemaakt en aan stukken geschoten.'n Nieuwe wordt tussen de granaatgaten en versplinterde balken wederom boven op 't gebouw gezet! In de avonduren is het zware Amerikaanse geschut zeer actief en onze angst stijgt dan. Door de keldergaten slaat soms de vlam of den damp van de ontploffingen naar binnen, 'n verstikkende zwaveldamp. Maar ook overdag blijft het gevaarlijk. 

Op Zondag 15 oktober wordt in de gang van het klooster de Hoogmis gezongen. We staan erg gevaarlijk , zo allemaal in die gang, maar de Zondagsdienst verloopt zonder storingen. Meisjes en jongens zijn, zoals iedere morgen, er op uit getrokken om koeien te vangen en te melken. Op de maandag zal het gebeuren en daar opeens slaat een granaat vlakbij neer en komt op het washok. Buiten ligt een dode en binnen vinden we zuster Huberdina, waar een voet van is afgeslagen. Twee meisjes hebben diepe snijwonden. En temidden van de verslagenheid, die er heerst, schudt het gebouw opnieuw. Pannen kletteren neer, ruiten vallen stuk. 'n Voltreffer is nu op de gang terecht gekomen. Ondanks 't gevaar doen ziekenverplegers en helpers hun plicht. s'avonds gaat 'n vastberaden groepje, w.o een pater, de zwaargewonden wegbrengen tot over de grens, waar 't Rode Kruis de zorgen overneemt. 't Is een angstige tocht in regen en storm. In het klooster bidt men voor een veilige overtocht. Op Dinsdag 17 oktober, precies een maand na de luchtlanding zo vlakbij, gaan onze Pastoor en pater Pijnappel op uitnodiging naar het Duitse officierenkwartier (op 'n geheime plaats) om het evacuatievraagstuk te bespreken. De mensen verkeren in een zenuwachtige vluchtvrees. 'Konden we maar hier blijven, die Amerikanen zullen er toch wel eens doorkomen!' verzuchten ze. Blijven wordt echter te gevaarlijk. In het late avonduur van Woensdag 18 oktober komt de Pastoor de kelder binnen om mee te delen, dat de Horst c.a. ontruimd moet worden. Er is niets aan te veranderen, het besluit is onherroepelijk! Soldaten komen mede om dit bevel te bekrachtigen. Er vallen tranen en een ieder is geroerd. Om 2 uur 's nachts zal de eerste groep vertrekken. Iedereen is op de been nu. De zusters maken pakjes brood klaar en zetten koffie. Bundeltjes kleren en bezittingen worden bijeengepakt, sommigen hebben helemaal niets! De eerste groep is gereed. Daar gaan ze! Er mag niet gepraat worden en men moet oppassen voor het hoesten, want elk geluid kunnen de Amerikanen vernemen zo dichtbij zijn ze. Toch moeten we weg, de vreemde in. Naar 't land van de vijand en dan ....hier ligt de vrijheid toch zo nabij....'Vort!'...Weg van de eigen erf. Twee Duitse soldaten gaan mee. Weet ge dit nog, mensen van Horst en Plak, van Heikand, Shildbroek en Boersteeg? Weggedreven worden we van al onze bezittingen. Herinner je je nog die angst, zie je nog die ruïnes, die een je trots waren: de stukken van 't klooster, het puin van de parochiekerk en van al die huizen die nu geschonden zijn? Zie je nog die lichtkogels, die in onze richting werden afgeschoten? Hoor je de granaten fluiten en sissen? Pam Pom 'Hinlegen!' en dan als de serie granaten voorbij was, klinkt een stem 'Aufstehen! Wir geh'n weiter!'. Zo zijn we voortgesukkeld naar Cranenburg. Nog eenmaal hebben we omgekeken met een onuitsprekelijk verlangen en een brok heimwee naar eigen have en goed, naar de bevrijding die hier wel even was maar niet lang. Cranenburg, Nutterden, Donsbruggen, Cleef, Rindern, Emmerich, 's Heernberg, namen en beelden van steden en dorpen die we doortrokken.

 

Terug naar de dagboekfragmenten

Naar in leiding geschreven door Leo Zilissen 

Vervolg van 'De Horst ging evacuren'