Geschiedenis van Groesbeek

Het Groesbeekse Landschap met zijn fraaie heuvels en dalen, heeft zijn ontstaan te danken aan een wal die in de voorlaatste ijstijd (het Saalien = ongeveer 200.000 jaar geleden) door gletsjerijs werd opgestuwd. Ondanks de na die tijd opgetreden erosie en afvlakking heeft de stuwwal hier en daar nog een hoogte van meer dan 90 meter boven NAP. Het laagste punt in Groesbeek ligt op ruim 12 meter boven NAP. De naam Groesbeek (Groes = weiland) verwijst ongetwijfeld naar de beek die zijn oorsprong heeft nabij de oude N.H. Kerk en in oostelijke richting stroomt. Deze beek is overigens in de loop der tijden in verregaande mate beduikerd en gekanaliseerd en daardoor in zeer beperkte mate als beek herkenbaar. Er zijn plannen deze beek weer in oude glorie te herstellen.

Vondsten uit de prehistorie en de Romeinse tijd duiden erop dat er al lang in dit gebied gewoond en gewerkt werd. Vermeldenswaard zijn de opgegraven Romeinse potten- , steen en pannenbakkerijen bij De Holdeurn in Berg en Dal. De villa 'Gronspech' en latere Heerlijkheid zijn vanaf 1040 tot 1699 in het bezit van het geslacht van de Heren van Groesbeek. In 1990 werden aan de Hoflaan de restanten van het kasteel (uit 1375 - 1425) van deze edellieden opgegraven en werden ook overblijfselen van de eerste vestiging blootgelegd.

Groesbeek

Het dorp Groesbeek is - als belangrijkste nederzetting en als kern van de Heerlijkheid - vanuit de locaties aan Hoflaan en Kerkstraat (hof en Kerk) via ontginningen ontstaan. Deze ontginningen vonden tot het begin van de twintigste eeuw plaats.

Breedeweg en de Horst

In de eerste helft van de negentiende eeuw deden grootgrondbezitters hun intrede en ontstonden -eveneens door ontginningen- de kernen Breedeweg en De Horst.

Berg en Dal

De kern Berg en Dal, die grotendeels tot de gemeente Groesbeek behoort, dankt zijn naam aan een oude herberg, die omstreeks 1750 aan de Kleefse Baan stond in de richting van Wyler. Berg en Dal werd eind 18 en in de eerste helft van de 20e eeuw landelijk bekend als toeristisch trekpleister.

Heilig Landstichting

In 1913 werd in Groesbeek nabij de grens met Nijmegen, in De Meerwijk, de eerste steen gelegd van de huidige Cenakelkerk. Hiermee werd de aanzet gegeven tot de realisering van het huidige Bijbels Openluchtmuseum Heilig Landstichting. Pas na de laatste wereldoorlog kreeg de gelijknamige woonkern Heilig Landstichting geleidelijk de huidige vorm en omvang. Bos (houtproductie, bosbessen en wild), heide (plaggen, potstalcultuur, bezems en bijenteelt) en bouwland (graanteelt en vlas) vormden vanaf de Middeleeuwen de kurk waarop de locale economie eeuwenlang bleef drijven. Met name in de tweede helft van de 19e eeuw nam het zogenaamde hausieren (het uitventen van bezems, manden en boenders) tot ver in eigen landen het Duitse gebied een grote vlucht.

Als belangrijkste ontwikkelingen in de locale economie vanaf medio 19e eeuw kunnen worden vermeld: de toepassing van kunstmest in de landbouw, waardoor grootschalige ontginningen werden gestimuleerd; de aanleg van de spoorlijn en bijbehorend emplacement in 1865 en het begin van industrialisatie met de realisering van een stoomzuivelfabriek in 1905; in de jaren twintig van de vorige eeuw opgevolgd door andere kleine fabriekjes. Hoewel door deze ontwikkelingen de locale werkgelegenheid aanzienlijk toenam, bleef het merendeel van de Groesbeekse bevolking aangewezen op werkgelegenheid elders in de regio (Nijmegen en over de grens)

Groesbeek centrum; plannen voor de toekomst

Na de verwoestingen in een groot deel van Groesbeek in 1944 werd direct na de oorlog de wederopbouw met voortvarendheid ter hand genomen, wat vooral ten doel had de woningnood te lenigen. Dat heeft als gevolg gehad dat, mede door de oost - westas van de spoorlijn en de noord - zuidas van de hoofdverkeersroute de centrumfunctie van de kern Groesbeek zich niet in alle aantrekkelijkheid heeft kunnen ontwikkelen. Ook de sterke toename van de verkeersdruk beperkt de centrumfunctie. Als derde argument voor herinrichting van het centrum is de behoefte aan wonen op maat, met name voor ouderen en jongeren.

Om deze problematiek het hoofd te bieden is een centrumplan in ontwikkeling, dat voorziet in geleidelijke verbetering van het voorzieningsniveau, versterking van de woonfunctie en vermindering van de verkeersoverlast in en rond het centrum.

Attractief aanbod

In de periode tot 2010 wil de gemeente Groesbeek daarom werken aan een vernieuwd centrum met een dorpshart, waar het goed toeven is. Een dorpshart, dat een attractief en gevarieerd winkelaanbod kent en dagrecreanten en verblijfstoeristen een goed en afwisselend aanbod van horecavoorzieningen aanbiedt.

Een dorp in een landschap

Nieuwe woningen voorzien in de woningbehoefte van de Groesbeekse bevolking en dragen als zodanig bij aan de leefbaarheid en veiligheid. De herinrichting van het centrum krijgt gestalte vanuit de filosofie, dat Groesbeek een dorp in het landschap is.  Dat landelijke en dorpse karakter zal door middel van wandelroutes, laanbeplanting en een dorpspark tot uitdrukking worden gebracht.

Groene zone

Het is de bedoeling, dat in en rond de Dorpsstraat een klein verblijfsgebied ontwikkeld wordt en dat langs de spoorlijn en de omgeving van de kerk van de Hervormde Gemeente Groesbeek een groene zone tot stand wordt gebracht. Verder moet nieuwe bebouwing overeenkomstig de maat en schaal van Groesbeek aansluiten op al aanwezige bebouwingsstructuur. Aanpassingen in de verkeersstructuur zullen er op gericht zijn de openbare ruimte een flinke kwaliteitsimpuls te geven.

De gemeente beoogt met de realisering van de plannen dat de kwaliteit, aantrekkelijkheid en leefbaarheid van het centrum van Groesbeek aantoonbaar op een hoger plan komt. Gebruiksvriendelijk en uitnodigend voor de mensen, die op aangename  wijze in het centrum willen verpozen.