De luchtlanding in Nederland 1944: Operatie Market Garden
| De luchtlanding in Nederland 1944: Operatie Market
        Garden. (Geschreven door Robert M. Murphy, vertaald door L. Zilessen). De 505 ste PIR (=Parachute Infantry Regiment) A-Compagnie. Ik was een goede zestig of zeventig dagen in het militaire ziekenhuis te Engeland na mijn terugkomst uit Normandië, vanwege de verwonding aan mijn rug. Ik werd geopereerd op m’n verjaardag, en de chirurg verwijderde de granaatkartets, en gaf mij deze later op de dag. Hij zei tegen mij dat het een cadeau was voor m’n achtiende verjaardag. Ik was reeds op jonge leeftijd bij het leger gegaan, dit was mogelijk door vervalsing van mijn geboortedatum op de officiële papieren. Ik ging AWOL (=absent without official leave=tijdelijk uit dienst) en verliet het ziekenhuis, omdat ze tijdens mijn vervoer naar het ziekenhuis mijn militaire (spring)schoenen waren kwijtgeraakt. Ik ging daarop naar Kuorny om nieuwe schoenen te halen. Ik kreeg er ook mijn soldij en ging daarna weer terug naar het ziekenhuis. Daarna ging ik weer AWOL vanuit het ziekenhuis in de eerste week van September, en sloot me weer aan bij het regiment. Ik kwam net op tijd voor de dropping in Nederland op 17 September 1944. We sprongen om 13.00 uur in de namiddag. De Nederlandse mensen (Groesbekers, dus) kwamen net uit de kerk, waar ze hadden gebeden, voor wat ik zeker weet: de Bevrijding. We sprongen in Groesbeek. En wij de 505 ste, sprongen boven een dropzone op Klein Amerika. Later op de dag kreeg ik van een jonge Nederlandse familie, van het zondagse eten nog wat mee. Het was erg armoedig. Na een paar dagen moest onze A Compagnie en enkelen van het andere eerste bataljon richting Mook gaan, omdat de B en C Compagnie daar alleen waren, en ze werden regelmatig aangevallen door een sterke groep Duitsers. De maten zaten in grote problemen, en we werden erheen gestuurd om onze collega para’s te redden en het gebied te heroveren. Op gegeven moment toen rende ik langs een kruising van de weg van Groesbeek naar Mook langs een kerkhof. (Volgens mij heet die straat nu (in Mook) de Generaal Gavinstraat.) We gingen er naar onderen en ik moest hard lopen. Toen ik daar alsmaar rennend door ging, zag ik twee Duitsers in een schuttersputje ik stopte niet, en gooide een handgranaat in het schuttersputje. Ik bleef maar door rennen, en stopte dus ook niet om te kijken of hij afging, richting het centrum van Mook, net als de anderen die voor liepen. Ik kende het gebied enigzins omdat ik er al vaker was geweest. Ik ging naar de plek waar verschillende mannen lagen achter een muur. Het waren net als ik Amerikaanse para’s en ze waren compleet zonder munitie. Later kwamen er nog meer van mijn maten. We maakten ons weer gereed om ons te verdedigen en aan te vallen, maar we hadden geen granaten en mortieren meer en het werd dus een man tegen man gevecht, waarbij ook van huis tot huis gevochten werd. We hebben verschillende Russische en Poolse soldaten krijgsgevangen gemaakt, die door ons in Duitse uniformen werden aangetroffen. Ze waren natuurlijk onze vijanden !! De avond dat we ze gevangen namen, namen we ook hun horloges in beslag. De volgende morgen werd ik bij kapitein Dolan geroepen, mijn compagniescommandant, en kreeg de opdracht de gevangen naar het gevangenencomplex te Groesbeek te brengen. We hadden inmiddels gehoort, dat er zich Duitse para’s in de bossen van Groesbeek bevonden, maar ondanks die gegevens moesten wij ze toch gaan afleveren. Het is een grappig verhaal. Ik gaf al de gevangenen hun horloges terug, die ik de nacht ervoor in beslag had genomen. Ik had het idee, dat ik binnen en minuut of tien dood zou zijn, of ook krijgsgevangen genomen zou worden. Nu wil ik het verhaal vertellen van een zeer dappere vrouw: Toen ik met die gevangenen afmarcheerde met de handen boven hun hoofd en ik met een Thompson machinegeweer in de hand, kwamen we voorbij een aan de linkerzijde gelegen huis aan deze verhoogde weg. Er kwam een vrouw uit het huis en riep: "Fallschirmjäger". De Russische en Poolse gevangenen vielen gelijk plat op de grond, met hun hoofd naar beneden. Zo te zien waren ze behoorlijk bang voor hun eigen collega’s, de Duitse para’s. Gezien het feit dat ik echter een Amerikaanse para was, was er een groot probleem ontstaan, en ik vertelde de gevangenen op de grond te blijven liggen. Ik ging voorzichtig om het huis en vond er zes Duitse para’s. Ik sprong ineens voor ze en riep" Hände hoch !!" waarop ze de geweren lieten vallen en de handen omhoog deden. Ik was duidelijk verrast dat het niet tot een gevecht was gekomen, en dat ze zomaar hun wapens lieten vallen. Normaliter hebben zij ook pistolen, P-38 of Lugers, die een goudmijntje waren voor de Amerikaanse soldaten. Het waren souveniers die we graag verder verkochten. Hierna klopte de vrouw op de ramen van het huis en wees naar de andere kant van het huis. Om een lang verhaal kort te maken: Ik maakte nog eens vijf gevangenen krijgsgevangen. Toen ik ze allen tegen een muur zette, ging er een schot af. Het bleek een volgende Duitser te zijn. Ik draaide me razendsnel om, en zag een soldaat in Duits uniform wegduiken aan de andere kant van de verhoogde weg. Ik vuurde drie rondes af, en toen haperde mijn Tommy. De kamer bleek vast te zitten en het het semi-automatische geweer was op dat moment totaal nutteloos. Hierop gooide ik een handgranaat naar de andere kant van de weg, maar had ook nog een pistool een Italiaanse 44er 6 schieter. De Duitse soldaat was echter al verdwenen. De Duitse para’s, die nog steeds hun pistolen hadden, stonden opvallenderwijze nog steeds met hun gezicht tegen de muur....Ik had wel hun Schmeissers in beslag genomen, maar niet hun pistolen, en waarschijnlijk hebben ze gedacht dat mijn Thompson nog steeds werkte ! De reden dat ik dit verhaal vertel, is vanwege de opmerkelijke dapperheid van deze vrouw, die vanuit haar huis kwam met het risico om zelf gedood te kunnen worden. Ze herinnerd mij aan mijn moeder, omdat ik zeker weet dat die hetzelfde gedaan zou hebben. Ze had helemaal niets hoeven te doen, ze had in het huis kunnen blijven, maar dan was ik gegarandeerd gesneuveld. Deze Duitse para’s waren er echt niet om zich over te geven aan de geallieerde soldaten. Ze waren volledig bewapend, en stonden ons in feite op te wachten. Ik had ze verrast. Ik schreef dan ook een brief naar mijn moeder, om haar onder andere te vertellen, dat de Nederlandse bevolking ons beter behandelde als alle andere mensen die we hadden leren kennen sinds we in Europa zaten. Na de actie in Nederland vertrokken we uit het gebied van Nijmegen. We vertrokken richting Oss, waar we op trucks werden gezet. Vandaar ging het richting Reims (Frankrijk). Robert M. Murphy, een van onze bevrijders. 
 
 | 
De luchtlanding in Nederland 1944: Operatie Market Garden