|
Ons Liesbeth is in een Café, daar is ze ook
heel best. Bij eerstgenoemde, waar wij waren, was het bar
slecht, om 4 uur 's morgens moest ik op, om 10 tot 12 koeien te
melken, voeren, mesten, enz. 's middags 2 uur eten, heel de
voormiddag, een snee wit en een snee zwart brood., en een glas
melk. Mama was steeds ziek, maar ze moest ook bij die mevrouw
boer niet onder de ogen komen, dan barste dat wijf bijna van
gift. Toen we een betere plaats wisten, zijn we daar weggegaan,
hier in de buurt, bij een oude man, met 16 stuks vee, die ik nu
melk, mest en voer, en verdere werkzaamheden. Mama doet nu met
zijn vrouw het werk in huis. Helga is nu nog bij ons die is nu
heel wat dikker geworden. Hans is nog dezelfde, Liesbeth is
tamelijk mager geworden. Ons mama heeft er veel mee geleden,
zelf ben ik ook 10 pond lichter geworden, dat is veel, want er
kon niet veel meer af. Mijn haren zijn van zwart, bijna hagelwit
geworden, in een tijd van 6 weken ik heb me al voorgenomen, ze
later maar een kleurtje te geven. Van het geld wat we hadden
meegenomen, hebben we wat kleren gekocht, schoenen hebben we
geen meer, het geld is nu op, alleen wat we nog verdienen. 100
gulden heb ik moeten geven voor een hemd, 150 voor een
onderbroek, 250 voor een broek, 125 voor een paar klompen, 100
voor een truitje, 400 voor een pak voor Hans, zo krimpt het
geld, men is gauw uitgekocht. Maar ondanks alles hebben we goede
moed, gezonde ledematen, en een paar werkhanden. We hopen dat
god geve, dat we spoedig naar Groesbeek terug mogen.
Ons adres is: Albert Verbeet. p/a F.J. Vennema.
Valom. Dautumawouden. Frs. P.s Piet, spreek eens met Dorus of
Gerrit of J. Duyghuisen al bij de burgemeester van Groesbeek is
geweest. We moeten daar schriftelijke vergunning voor hebben, om
weer van hier naar Groesbeek te vertrekken, want beminde
familie, we houden het hier nog wel uit, maar zijn het toch moe,
als koude pap. Doch zeker eerst informeren bij J. Duyghuisen, of
hij op de heikant woont, naast Cobus Wanders. Mocht hij er nog
geen werk van hebben gemaakt, dan doet u dat wel. In het nieuwe
kippenhok in de varkensketel, zaten al onze schoenen, voor 't
kippenhok, in de grond zat de was, en al de zondagse kleren. In
de sloot achter de tuin, zat het porselein, als men in de tuin
gaat links, achter de haag, een voet uit de haag, 0,5 m uit het
pad, 0,5 voet diep glazen pot, met waarden, als u er komt, kijk
dan eens.
Je broer Albert
|